Alcohol effecten

Alcohol: Wat zijn de effecten?

Alcohol in je lichaam zorgt voor een aantal effecten, zowel positieve als negatieve. Om maar meteen een open deur in te trappen: te veel alcohol is absoluut schadelijk!

Verwerkingstijd

Alcohol is een stof die niet in je lichaam wordt opgeslagen. Dat betekent dat alcohol afgebroken wordt en dat gebeurd in je lever. Voordat de lever er mee aan de slag kan is de alcohol eerst via de maag in je lichaam en dan in je bloed gekomen. Het hele proces van verwerking van alcohol heeft tijd nodig. Voor de afbraak van 10 gram alcohol is minimaal 1 tot 1,5 uur nodig. Goed om te weten dat dit op geen enkele manier kan worden versneld!

In ieder glas alcoholhoudende drank (bier, wijn, sterke drank) zit ongeveer 12 ml alcohol, dit is ongeveer 10 gram. Dus per glas duurt het ruim een uur voordat de alcohol afgebroken is. Wanneer je vanaf 11 uur ’s avonds dus 10 glazen drank hebt gehad, ben je de volgende ochtend niet alcoholvrij als je in de auto stapt. En na de borrel op vrijdag middag waarschijnlijk ook niet….

Alcohol komt via de maag binnen en gaat dan via je bloed naar de lever. Het is belangrijk om je even goed voor te stellen wat er gebeurt in je lichaam. In je maag wordt direct al een deel van de alcohol (ongeveer 1/5) afgebroken. Dit komt niet in je bloed. De rest komt dus wel in je bloed. Maar om te begrijpen wat precies de positieve en soms negatieve effecten van alcohol op je lichaam zijn, is het goed om ook iets te weten over bloed, cholesterol en je lever.

Bloed

Bloed zorgt voor veel transport in je lichaam. Zowel voor de aanvoer van benodigde (bouw)stoffen als ook voor de afvoer van afvalstoffen. Bloed bestaat voor meer dan de helft uit water. Vrijwel alles wat in je maag komt zal via je bloed verder vervoerd worden door je lichaam. Verder worden er door andere organen ook allerlei stoffen aan het bloed afgegeven. 1 van die stoffen is

Cholesterol

Cholesterol is een vettige stof die je lichaam nodig heeft voor de productie van celwanden (oa bloedvatwanden), gal en een aantal hormonen. Een belangrijke, ja zelfs onmisbare stof! Cholesterol is dus een noodzakelijke bouwstof die via je bloed vervoerd wordt door je lichaam. Zoals je misschien weet wordt er gesproken over 2 soorten cholesterol: HDL en LDL. Eigenlijk zijn dit 2 verschillende eiwitverpakkingen die samen het vervoer van cholesterol via je bloed door het lichaam regelen (niet te verwarren met DHL…. ).

HDL wordt wel gunstige cholesterol genoemd en LDL wordt de ongunstige cholesterol genoemd. (zie cholesterol) De HDL zorgt er voor dat er niet te veel cholesterol in je bloed komt. Eigenlijk zorgt HDL in je bloed er voor dat een teveel wordt afgegeven aan de lever om dit te verwerken.

Maar tegelijkertijd geeft diezelfde lever ook cholesterol af aan het lichaam (lees: bloed) omdat er steeds nieuwe cellen, bloedvatwanden, gal en hormonen moeten worden aangemaakt. Je begrijpt dat dit proces in evenwicht moet zijn anders gebeuren er vervelende dingen. LDL in je bloed vervoert de cholesterol van de lever naar je lichaam. HDL in je bloed vervoert het teveel aan cholesterol van je lichaam terug naar de lever.

Waarom is LDL ongunstig?

Omdat deze vettige substantie niet oplost in je bloed (want bloed is vooral water), kan een teveel aan cholesterol ophopen op plekken waar je bloedvaten beschadigd of wat ruw zijn. Als er eenmaal een klontje aan de binnenkant van je bloedvat zit kan er makkelijk meer cholesterol aan vast gaan zitten. Je kunt je voorstellen dat er daardoor een verstopping kan komen. Vooral in kleinere bloedvaten zoals naar je hersenen kan dit zeer ernstige gevolgen hebben. Waarom wordt HDL de gunstige cholesterol genoemd? Omdat HDL de opname van LDL uit je bloed bevordert.

Vergelijk het met transport over de weg: HDL regelt de hoeveelheid LDL vrachtwagens en de doorstroming van het verkeer. Als er toch teveel LDL vrachtwagens rijden is er een grote kans op files. De lading plakt dan aan de weg vast en daardoor ontstaan er nog meer files, totdat er een totale verstopping is.

Bovendien gaat LDL in je bloed een verbinding aan met zuurstof wat ook in je bloed zit (oxydatie). Een effect hiervan is dat de bloedvaten beschadigen. En zoals je hierboven al zag, in een beschadigd bloedvat gaat zich sneller een hoopje cholesterol vastplakken, dus eerder kans op verstopping. LDL zorgt dus voor EN de verstopping EN de kans dat er meer verstoppingen komen!

Het goede nieuws: Alcohol verhoogt de hoeveelheid HDL en verlaagt de hoeveelheid LDL. Dat betekent dat alcohol een positief effect heeft op je bloedvaten, dus ook de bloedvaten in je hersenen en je hart. Een matig alcoholgebruik (1 a 2 glazen per dag) vermindert de kans op ziekten aan hart –en bloedvaten en bevordert de werking van je hersenen (betere doorbloeding door “schonere” bloedvaten). En dat is mooi!

Lever

De lever heeft een aantal zeer belangrijke functies. Zonder al te uitgebreid te zijn zorgt de lever oa voor de aanmaak van cholesterol maar ook voor de aanmaak van HDL en LDL. Tot op zekere hoogte kan de lever de balans dus regelen en zodoende voor een juist cholesterolniveau zorgen.

Verder zorgt de lever voor het verwerken van vrijwel alle voedingsstoffen. Zie het als een soort zuiveringssysteem. Zo worden vetten en koolhydraten opgeslagen en verwerkt (klaarmaken voor gebruik).

Alcohol verstoord

Zoals gezegd wordt alcohol niet opgeslagen in het lichaam maar wordt het door de lever afgebroken. Dit krijgt voorrang boven de andere functies van de lever. Als je nu alle bovenstaande informatie er bij pakt dan betekent het dat alcohol er voor zorgt dat:

–          de lever voorrang geeft aan het afbreken van alcohol en andere (vitale!) functies stil legt.

–          daardoor stopt de lever met het verwerken van vetten (om naar spieren en vetcellen te worden gebracht). Het gevolg is dat er kleine vetbolletjes in de lever zelf worden opgeslagen. De lever pakt deze functie pas weer op als alle alcohol afgebroken is. Zou je regelmatig en veel alcohol drinken, dan wordt er dus steeds meer vet in je lever opgeslagen. Het kan zelfs zijn dat je lever amper meer toe komt aan andere taken dan het afbreken van alcohol.

–          de lever stopt ook met het verwerken van koolhydraten (energie). Dit zorgt er voor dat je bloedsuikerspiegel daalt. Dit is te merken aan een slap en lusteloos (energieloos) gevoel. Herkenbaar na een avondje stappen?

–          Wat we nog niet benoemd hebben is dat alcohol er voor zorgt dat je vaker moet plassen. Je gaat meer vocht afvoeren dan er binnenkomt. Dit kan zelfs, hoe raar het ook klinkt, uitdroging tot gevolg hebben. Voordat het zover is merk je misschien wel dat er bloedvatvernauwing optreedt doordat je bloed en andere organen minder vochtig zijn (kater / hoofdpijn = minder vocht in bloed en hersenen).

–          Alcohol en sporten gaan niet goed samen. Ten eerste omdat alcohol er voor zorgt dat er minder energie voor je spieren beschikbaar is, ten tweede je vochthuishouding ontregeld en ten derde je coördinatie minder wordt. Alcohol na een inspanning (waar je juist je vocht moet aanvullen) kan er voor zorgen dat je ook veel eerder last hebt van de kleine hoeveelheid alcohol, dus dronken wordt (relatief meer alcohol in je bloed waar relatief minder vocht in zit na de inspanning).

Je lichaam heeft het dus zwaar te verduren als er regelmatig (en/of  meer dan matig) alcohol wordt genuttigd. Tel daarbij op dat je nou ook niet bepaald als de fijnste mens wordt gezien als je dronken bent (“drank maakt meer kapot dan je lief is”) en je begrijpt dat er genoeg redenen zijn om matig met alcohol om te gaan.

 

 

Over de schrijver
Reactie plaatsen