2 energie systemen

Ga slim met je energie om!Heb jij je ooit afgevraagd hoe het kan dat je misschien wel een half uur achter elkaar kunt hardlopen, maar dat je “bekaf” bent als je een sprintje hebt getrokken? Dat komt omdat je energie systemen hebt. De verschillen zorgen voor de juiste energie op het juiste moment. En toch is dat niet altijd op maat!

De eerste, die je dagelijks gebruikt, is het systeem wat er voor zorgt dat je direct in actie kunt komen. Het 2e energie systeem komt traag op gang en wordt pas gebruikt als je langere tijd achter elkaar in actie bent. Dus eigenlijk is dat een indirect systeem. Laten we de systemen maar “potjes” noemen, maakt het makkelijker.

Het eerste potje is zoals gezegd direct voor handen. Alle bewegingen die je maakt, alle spieren die je op dit moment gebruikt, hebben energie, dus brandstof nodig. Ook al zit je op een stoel, er zijn op dit moment spieren aan het werk die er voor zorgen dat je in deze houding blijft zitten en niet omvalt.

Ook de bewegingen die maar heel weinig inspanning, kosten kun je op deze manier maken. Dit zijn ook de momenten dat je je hoofd draait, je hand optilt, je voet anders neerzet en ga zo maar door. Hoewel weinig, maar je hebt daar wel energie voor nodig. Die moet ergens vandaan komen.

Je gebruikt eigenlijk zelfs 24 uur per dag energie, ook als je ligt, zelfs als je slaapt. Het zou lastig zijn als de energie die je direct nodig hebt via een omslachtig systeem aangevoerd moet worden. Vandaar dat dit in de spieren zelf aanwezig is! Slim!!

Maar er zit een nadeel aan: de hoeveelheid energie die in je spieren zit, is maar beperkt. En dat is precies wat je merkt als je een trap op loopt, of een sprintje trekt. In korte tijd heb je alle direct aanwezige brandstof verbruikt en is de voorraad in je spieren op. En zoals bij alles wat “verbrand” komen er afvalstoffen vrij. Die kunnen niet direct afgevoerd worden uit de spier. Dit is wat ze noemen dat je spieren “vollopen”, “op barsten staan” en letterlijk pijn doen.

Wat er vervolgens gebeurt is dat je gaat herstellen. Het tekort moet aangevuld worden. Boven aan de trap staan of stilstaan na het sprintje, je merkt dat je ademhaling sneller en dieper wordt. Je moet zuurstof hebben!

Die zuurstof is nodig voor het proces om energie uit vooral je lever te halen. Dit is een belangrijke opslagplaats voor energie (brandstof) en is ook snel te gebruiken. Maar er moet wel eerst transport plaats vinden van je lever naar de spieren. Via je bloed komt het daar en, ach, als het bloed er toch is, kan het meteen de afvalstoffen mee terug nemen.

We zeiden al dat er niet zo veel direct bruikbare energie in de spieren aanwezig is. Dus is de hoeveelheid ook redelijk snel weer aangevuld. Vandaar dat je na even “uithijgen” (wat dus eigenlijk inhijgen is, maar dat woord bestaat volgens mij niet) weer verder kunt. Ondertussen wordt alles weer op peil gebracht.

Dit proces kun je trainen. Door vaker inspanningen te verrichten waarbij je “een zuurstoftekort” veroorzaakt, zal je lichaam reageren door dit herstelproces beter te maken. Inclusief alles wat daar voor nodig is: opname van zuurstof, transport via je bloed en afvoer van afvalstoffen, maar ook een verbeterde “opslagcapaciteit” in de spier zelf.

Topsporters trainen hier heel gericht op. Die kunnen dus langer dan de gewone stervelingen zoals jij en ik, deze explosieve inspanning vol houden. Denk aan sprinters: hardlopers, 100 en 200 meter (ongeveer 20 seconden), schaatsers 500 meter, zwemmers 50 en 100 meter. Iets langere afstanden zijn dan ook meteen veel moeilijker vol te houden: 400 en 800 meter hardlopen, 1500 meter schaatsen, 200 meter zwemmen. Je ziet ze halfdood over de finish komen.

Zelf merk je misschien wel dat ook jij hierop kunt trainen. De specifieke krachtoefeningen in het fitness centrum, dagelijks de trap nemen, zelfs op de tennisbaan een paar keer heen en weer achter elkaar lukt na wat “training” beter dan in het begin.

Rust roest. Een waarheid als een koe.

Het tweede potje is eigenlijk geen potje maar een voorraad energie. Het is er, ergens, en als het besteld wordt kan het geleverd worden. Vergelijk het met een magazijn. Je kunt het bestellen, we kijken of het op voorraad is en dan wordt het geleverd. Brandstof die nodig is om langere tijd iets vol te houden kan dus wel geleverd worden, maar liefst van te voren bestellen.

Waar het magazijn is kun je vaak wel raden: juist, rond je middel!

Dit “bestelproces” werkt als volgt: vanuit de spieren wordt de bestelling door gegeven, graag (z.s.m.) extra brandstof! Om dit uit het magazijn te krijgen is een extra inspanning nodig: order plaatsen, boodschap verwerken, uit het vak halen, gebruiksklaar maken, transporteren. Simpel gezegd is er voor de verwerking zuurstof nodig. Om de aanvoer van extra brandstof continue te verzorgen is er ook continue zuurstof nodig. Vandaar dat je ademhaling sneller en dieper wordt als je een tijdlang gaat hardlopen, fietsen, roeien, schaatsen, skeeleren enz.

Eenmaal in gang gezet kan de aanvoer goed afgestemd worden op de behoefte. Bijna overbodig om te noemen dat ook dit “systeem” erg goed te trainen is.

Samengevat kun je dus zeggen dat er 2 potjes energie zijn: eentje die direct te gebruiken is maar waar weinig in zit, de tweede waar veel meer in zit maar die even tijd nodig heeft voordat je het kunt gebruiken.

Een rustige warming up voordat je een inspanning gaat verrichten, zorgt er voor dat beide potjes klaar voor gebruik zijn. Te snel beginnen, te hard van stapel lopen, zorgt ervoor dat je al direct in het begin een “tekort” opbouwt, die vaak maar lastig is in te lopen.

Over de schrijver
Reactie plaatsen